Twitter

On-line samenwerking om te komen tot een nieuwe Gids Startkapitaal. Documenten worden gewijzigd in Google Docs (volg edit link).

Hoofdstuk 2: De kapitaalmarkt

“Hoe kom ik aan geld?”

Dat is de meest gestelde vraag bij nieuwe innovatieve bedrijven, naast de vraag: “Hoe kom ik aan klanten?”. De vragen lijken erg op elkaar. Zoals uw klanten een markt vormen voor uw producten en diensten, zo vormen kapitaalverschaffers ook een markt. Het is geen homogene markt. De individuele kapitaalverschaffers hanteren eigen criteria en voorwaarden. Investeerders zien dagelijks plannen van ondernemers. Zij kunnen die goed vergelijken. U concurreert met andere ondernemers om de aandacht van de investeerder. Wijkt uw aanbod te veel af of voldoet deze niet aan de eisen, dan is de kans groot dat het terzijde wordt gelegd. Daarnaast is het handig dat u voor uzelf weet welke voorwaarden u acceptabel vindt en welke niet. Daarom is het van belang goed geïnformeerd en goed voorbereid de kapitaalmarkt te betreden.

Naast de harde criteria die investeerders hanteren zal het vooral uw persoonlijkheid en uw optreden zijn dat hen doet besluiten te participeren. De kreet ‘eerst de vent, dan de tent’ (of: ‘eerst de vrouw, dan de prauw’) speelt bij bijna alle investeerders een belangrijke rol. Uw persoonlijkheid kunt u niet zomaar veranderen. Uw optreden heeft u wel in de hand; daar kan aan gewerkt worden. Uw initiatief, uw aanbod, uw persoonlijkheid en uw optreden moeten congruent zijn. Dit biedt een beeld van vertrouwen in de realisatie van uw ambities. Aan de juiste personen wil iedereen kapitaal verschaffen.

De kapitaalmarkt in Nederland is over het algemeen goed ontwikkeld en divers. Het is relatief eenvoudig om met kapitaalverschaffers in contact te komen. Hierbij is het van belang te realiseren dat de aanbieders van kapitaal de boot niet willen missen. Zij zijn geïnteresseerd in het actuele aanbod en er is sprake van flinke concurrentie.

Een aantal van de meest elementaire missers van ondernemers bij de benadering van de kapitaalmarkt is:

  • geld vragen aan een partij die voorwaarden stelt waaraan u niet kunt of wilt voldoen;
  • een partij benaderen zonder te weten wat deze partij beweegt om te investeren;
  • u onderdanig opstellen naar de investeerder;
  • de waarde van het bedrijf overschatten;
  • het belang van rendement voor de investeerder onderschatten of juist overschatten;
  • aannames en feiten met elkaar verwarren.
  • beloftes doen die u niet waar kunt maken;
  • onvoldoende realiseren dat combinaties mogelijk zijn van verschillende geldbronnen;
  • niet zelf het vuile werk opknappen: investeerders willen direct kennis maken met de ondernemer en een zelfgemaakt plan zien.

Bovenstaande verklaart circa tachtig procent van de mislukte pogingen voor het verwerven van kapitaal.

Geen enkele onderneming kan functioneren zonder risicodragend kapitaal, doorgaans in de vorm van aandelenkapitaal, eventueel aangevuld met ingehouden winsten of achtergestelde leningen. De waarde die een verschaffer van vreemd kapitaal toekent aan de activa van een onderneming is immers per definitie lager dan het feitelijke kapitaalbeslag. Zo is een hypothecaire lening doorgaans niet groter dan zeventig procent van de executiewaarde en achten banken de terugbetalingszekerheid bij discontinuïteit van een onderneming vaak niet hoger dan vijftig procent.

Naarmate het continuïteitsrisico van een onderneming groter is, neemt de financieringsbereidheid van verschaffers van vreemd vermogen bovendien af. Het continuïteitsrisico is het grootst bij startende en jonge ondernemingen. Bovendien staan deze ondernemingen vaak voor relatief grote investeringen en zullen zij aanzienlijke aanloopverliezen lijden. De zekerheden die zij ten behoeve van het aantrekken van bancair geld kunnen bieden zijn naar verhouding dan ook aanzienlijk beperkter dan bij meer volwassen ondernemingen. Dit leidt ertoe dat het kunnen beschikken over (ruim) voldoende risicodragend kapitaal voor startende en jonge ondernemingen zo mogelijk nog wezenlijker is dan voor langer bestaande ondernemingen.

Voor startende en jonge ondernemingen is dus voldoende risicodragend kapitaal de allereerste levensbehoefte. In de praktijk is de eigen financiële polsstok van de meeste ondernemers te kort; zij dienen daarom risicodragend vermogen van derden aan te trekken. Dan begint het probleem pas echt: hoe vinden zij passende partijen die daartoe bereid zijn? Dit probleem wordt de financieringskloof genoemd (ook wel equity gap of Valley of Death genoemd).

Het aanbod van risicokapitaal is geen belemmering: voor goede ondernemers is er altijd wel financiering te vinden.

Dit hoofdstuk geeft inzicht hoe de kapitaalmarkt gesegmenteerd is en wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende aanbieders.

Kapitaalmarkt segmentatie

De markt voor risicodragend vermogen kunnen we langs vier assen segmenteren.

  • Allereerst is er het soort geld dat gezocht wordt:
    • vreemd vermogen (rentedragend tegen onderpand);
    • eigen vermogen (risicodragend tegen aandelen);
    • subsidies;
    • participatie in natura (kennis, capaciteit, tijd en faciliteiten);
    • mengvormen en variaties op het bovenstaande.
  • Ten tweede de dynamiek van het geld:
    • omloopsnelheid van het geld (omzet gedeeld door de investering);
    • innovatiegraad (het gat tussen inzet en omzet).
  • Ten derde is er de risicofactor:
    • groeifase van het bedrijf;
    • aard van het bedrijf;
    • track record van het bedrijf.
  • Als laatste is er de omvang van de benodigde investering. Bij bepaalde bedrijven met bepaalde plannen horen bepaalde investeringsbedragen. Wijkt de kapitaalvraag te veel af van de norm, dan worden investeerders voorzichtig. De ondernemer vraagt dan te weinig of juist te veel.

Soort geld

Voor vreemd vermogen gaat u naar een bank of financiële instelling, voor subsidies moet u bij de overheid zijn of bij een subsidieadviseur en voor risicodragend vermogen stapt u naar investeerders en participatiemaatschappijen. Onder participatie in natura verstaan we incubators, gedeelde laboratoria en productiefaciliteiten en meewerkende partners die geen salaris vragen.

Dynamiek

Dat is een vrij abstract maar zeer belangrijk begrip. Het is juist de behoefte aan dynamiek die investeerders onderscheidt van beleggers, en niet rendement of risico.

Deze gids houdt zich nadrukkelijk bezig met investeringen in dynamische bedrijven met een hoge innovatiegraad.

Omloopsnelheid is als volgt uit te leggen: een investering van één miljoen in een handelsbedrijf dat tien miljoen omzet heeft en een rendement geeft van één ton, gaat tien keer per jaar om en heeft een rendement van tien procent. Een investering in een kantoorpand van één miljoen met een huuropbrengst van één ton, gaat één keer per tien jaar om. Het rendement is ook tien procent. De liquiditeit is gelijk. Ook al gaat het geld in het handelsbedrijf snel rond, het kan er niet uitgehaald worden. In financiële zin is er dan ook weinig verschil tussen de twee investeringen. Echter, investeerders prefereren een hoge omloopsnelheid. Beleggers hebben liever een lage omloopsnelheid.

Innovatiegraad is te vertalen als het gat (in de tijd) tussen inzet en omzet. Bij een zelfstandige dienstverlener is er meestal een directe relatie tussen inzet en omzet. Er wordt een tuintje geschoffeld en er wordt een factuur gestuurd. Als er eerst geïnvesteerd moet worden in productontwikkeling en marktontwikkeling voordat er iets verkocht gaat worden, liggen de momenten van inzet en omzet veel verder uit elkaar. Hoe verder die punten uit elkaar liggen, hoe meer voorsprong er op de concurrentie opgebouwd kan worden. Investeerders hebben een voorkeur voor een hoge innovatiegraad. Beleggers zien liever een wat meer directe relatie tussen inzet en omzet.

Risicofactor

De risicofactor hangt samen met de levensfase van de onderneming. Naarmate de onderneming zich verder ontwikkelt, zijn er minder onzekerheden. De gids houdt zich met name bezig met het meest risicovolle segment van de kapitaalmarkt: de investeringen in nieuwe innovatieve bedrijven. Dit betreft vooral geld voor marktontwikkeling en ondernemingsontwikkeling (zie ook hoofdstuk 5 over waarderingsvraagstukken).

Omvang investering

Deze gids behandelt het segment van twintigduizend tot twee miljoen euro, met de nadruk op investeringen tussen 50.000 en 500.000 euro.

Daarmee is het domein van deze gids meteen vastgesteld op risicodragend vermogen voor nieuwe innovatieve bedrijven van vijftig- tot vijfhonderdduizend euro.

Structuur van de kapitaalmarkt

Het geld dat nodig is om een onderneming te laten draaien, is in eerste instantie (bij de start van een nieuwe onderneming) afkomstig van de ondernemer zelf, van zijn investeerders en soms van financiers. Er is een groot verschil tussen investeerders en financiers. Investeerders verstrekken het eigen vermogen, zij kopen aandelen en worden hierdoor mede-eigenaar van de onderneming. Gaat het goed, dan kunnen zij leuk verdienen, gaat het mis, dan raken zij alles kwijt. Financiers delen echter niet mee in het risico. Zij verstrekken vreemd vermogen op basis van zekerheden. Financiers krijgen voor het uitlenen van geld een vergoeding in de vorm van rente. Verschaffers van vreemd vermogen willen hun geld altijd terughebben. Het is ten slotte hun geld.

Als de onderneming eenmaal draait, verstrekken ook leveranciers en andere schuldeisers een deel van het vreemd vermogen. Als de onderneming winst maakt, kan de winst worden toegevoegd aan het eigen vermogen.

Een onderneming heeft behoefte aan een evenwichtige samenstelling van het vermogen. Vooral het eigen vermogen zorgt voor financiële veerkracht. Eigen vermogen kan dienst doen als zekerheid voor het aantrekken van vreemd vermogen. Als het even tegenzit of als er hard gegroeid moet worden, kan het eigen vermogen dienen als reserve voor de onderneming. Het eigen vermogen kan ook uitgedrukt worden als het verschil tussen alle bezittingen en alle verplichtingen van de onderneming. Is het eigen vermogen negatief -dat wil zeggen: heeft de onderneming meer verplichtingen dan bezittingen- dan is de onderneming technisch gesproken failliet.

Al eeuwen is men van mening dat er een optimale verhouding bestaat tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Deze verhouding (solvabiliteit) is omgeven door allerlei theorieën en rekenmodellen. In de praktijk blijkt de continuïteit van de onderneming bedreigd te worden wanneer het aandeel eigen vermogen onder de dertig procent zakt (bij middelgrote bedrijven). De statistische kans dat de onderneming in de problemen komt, neemt exponentieel toe met het afnemen van de solvabiliteit. Startende ondernemingen zonder onderpand beginnen meestal met honderd procent eigen vermogen.

Vreemd vermogen

Financiers (verstrekkers van vreemd vermogen) zijn zich goed bewust van de gevaren die een slechte solvabiliteit met zich meebrengt. Zij mogen zich niet baseren op de commerciële vooruitzichten van de onderneming maar moeten in het kader van de Bazel II-akkoorden afgaan op vaststaande feiten, omdat anders extra eigen vermogen door de bank achter de hand gehouden moet worden. De solvabiliteit speelt bij hun beoordeling een doorslaggevende rol. De solvabiliteit vertelt de ondernemer en de financier de kracht van de onderneming. Komt deze in de gevarenzone, dan moet de ondernemer op zoek naar versterking van het eigen vermogen.

Banken en financiële instellingen zijn de aangewezen partijen voor het verstrekken van vreemd vermogen. Ze hebben een scala aan producten, variërend van hypothecaire leningen tot rekening courantkredieten, debiteurenfinanciering, leaseconstructies et cetera. Slechts een paar producten hebben een risicodragend karakter. Uw lokale bankkantoor informeert u graag.

Eigen vermogen

Voor eigen vermogen, of risicodragend vermogen, ligt de aangewezen verstrekker iets minder voor de hand. Over de mogelijkheden die de markt voor risicodragend vermogen u biedt, wordt u in deze gids geïnformeerd.

Het is verstandig eerst alle mogelijkheden van de vreemd vermogenverschaffers (hypotheek, krediet, leasing en factoring) te proberen. Vreemd vermogen is vele malen goedkoper dan risicodragend vermogen. Investeerders willen geen geld geven als u nog kunt lenen.

De verstrekkers van risicodragend vermogen en hun kenmerken

Vrienden en familie vormen de grootste bron van risicodragend vermogen buiten uzelf. Zij kunnen u vooral in de beginfase het vertrouwen geven en uw plannen steunen. De bedragen gaan de twintigduizend eurogrens nauwelijks te boven. Tachtig procent van het externe risicodragend vermogen is afkomstig van vrienden en familie. Het gaat om vele miljarden euro’s per jaar.

Zaken doen met vrienden en familie is goed te doen, mits een aantal punten in acht genomen wordt:

  • De betrokkene moet het geld echt kunnen missen. Spaargeld en pensioenvoorzieningen zijn minder geschikt.
  • Doe geen belofte die u misschien niet kunt waarmaken. Doe geen rendementvoorspellingen en onderschat het afbreukrisico niet. Vaak wil de betrokkene u het geld toch wel lenen (op persoonlijke gronden).
  • Dring niet te zeer aan.
  • Als het geld binnen is, ga dan niet meteen op vakantie en bestel ook niet meteen een nieuwe auto. Deze acties zullen niet begrepen worden en zelfs de beste argumenten zullen het ongenoegen niet teniet doen.

Vrienden en familie

voordelen

nadelen

aantal: verschilt per persoon bedrag: tot twintigduizend euro fase: pre-start / start vorm: persoonlijke leningen; verwachten geen aandelen of onderpand voor hun lening

- makkelijk te vinden - op voorhand vertrouwen in de ondernemer - kleinere bedragen zonder concrete plannen - beste optie in pre-startfase - goede fiscale regeling (Tante Agaath) - loopt meestal in goede harmonie af

- beperkte toegevoegde waarde - onervarenheid geeft onzeker gevoel: is beslissing juist? - bij mislukking: verstoorde vriendschap of familierelatie - vrienden en familie kunnen zich gaan bemoeien met uw zaken

Angel Investors, alias informal investors of business angels, komen op de tweede plaats. Het zijn ondernemers die het geld hebben verdiend aan de (gedeeltelijke) verkoop van ondernemingen.

Angel investors werken in toenemende mate samen in syndicaten. Het voordeel is dat ze meer kennis voorhanden hebben en de financiële risico’s beter kunnen spreiden. De mate van samenwerking is daarbij verschillend. Het kan zijn dat ze uiteindelijk individueel besluiten te investeren dan wel dat ze elk in een gemeenschappelijk fonds geld hebben gestort en in gezamenlijkheid besluiten om te participeren. Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk.

Nederland telt meer dan duizend angel investors en enkele duizenden aspirant-investors. Hun aantal is moeilijk te schatten omdat ze graag anoniem blijven voor de buitenwereld. Angel investors letten op uw persoonlijke instelling en (ondernemers-)kwaliteiten. Het is heel belangrijk voor hen dat het persoonlijk klikt.

Echte angel investors hebben geen enkele behoefte om op uw stoel te gaan zitten. Ze willen een minderheidsaandeel in uw onderneming en willen de ondernemer laten ondernemen. Ze hebben natuurlijk ook nog andere bezigheden en participaties. Ze worden mede-eigenaar door een gedeelte van de aandelen te kopen voor twintigduizend euro tot vijf ton euro (meer is uitzonderlijk), middels een achtergestelde lening.

Er zijn globaal vier soorten netwerken te onderscheiden.

  • Syndicaten: Groepjes van angel investors die opereren als eenheid. De meest actieve investeerders hebben de leiding. Voorbeelden zijn Stirr iT Up, en De Participatieclub. De Seed-fondsen van TechnoPartner vallen ook in deze categorie.
  • Business Angels netwerken: Onafhankelijke en onpartijdige netwerken waar ondernemers en investeerders lid van worden en waar de leden door koppelaars bij elkaar gebracht worden. NeBIB is het oudste voorbeeld; ABN-Amro Informal Investment Services en de Rabobank met Money Meets Ideas hebben beide daarnaast hun eigen matchmaking services. Een locale speler is Meesters van de Toekomst, het angel investors netwerk van de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland.
  • Makelaars: Specialisten op het gebied van financiën, administratie, wetgeving of business development. Ze richten zich op adviezen en transacties en vertegenwoordigen soms een eigen netwerk van investeerders. Voorbeelden zijn TIIN, Vectrix, Venturion, Maxwell Group en Stichting Nieuwe Bedrijvigheid.
  • Fondsen: Fondsen met Angel investors als aandeelhouders opereren min of meer als participatiemaatschappijen. Met dit verschil, dat de aandeelhouders verstand van zaken hebben en met de ondernemer meekijken. Succesvolle voorbeelden zijn Antea en Ecart Invest.

De genoemde partijen en nog vele andere zijn te vinden in het adressendeel achterin deze gids.

Angel investors

voordelen

nadelen

aantal: circa duizend bedrag: dertig duizend tot vijfhonderdduizend euro fase: (pre)start en eerste groei vorm: combinatie van nieuwe aandelen en achtergestelde lening

- helpen graag starters, financieren ook ontwikkelingstrajecten - hoe innovatiever, hoe beter - denken mee en leveren kennis en netwerken - laten de ondernemer ondernemen - verwachten wezenlijk rendement op hun investering middels achtergestelde lening én waarde-ontwikkeling aandelen - wensen minderheidsaandelenpakket

- participeren ook met anderen - moeilijk te vinden - negen van de tien ‘passen niet’ - het moet vooral in het persoonlijke vlak klikken - moeilijk te overtuigen met financiële argumenten. - verstrekken nauwelijks bedragen van meer dan vijf ton - duur geld: men verwacht een hoog rendement

Participatiemaatschappijen hebben veel meer geld direct ter beschikking voor investeringen dan angel investors. Een paar honderd miljoen euro per fonds is de regel. Er zijn circa vijftig participatiemaatschappijen in Nederland, verenigd in de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). Zij beheren vermogen voor grote beleggers waarmee zij concrete afspraken maken over te behalen rendementen, doelgroepen, selectiewijzen en besluitvorming. Hierdoor worden risico’s zoveel mogelijk vermeden en wordt op zeker gespeeld. Participatiemaatschappijen zijn doorgaans niet geïnteresseerd in starters. Als hun geld gevraagd wordt door een jong bedrijf, dan moet de aanvraag zeer zorgvuldig voorbereid en onderbouwd zijn en moet er al een behoorlijke omzet zijn.

Bijzondere fondsen zijn participatiemaatschappijen met een bijzondere doelstelling. Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (vijf stuks) stimuleren bedrijvigheid in hun regio. Ze zijn soms zeer professioneel en soms juist niet.

Participatiemaatschappijen

voordelen

nadelen

aantal: circa vijftig bedrag: half miljoen tot twintig miljoen fase: (snelle) groei, reorganisatie, verzelfstandiging vorm: nieuwe en bestaande aandelen, achtergestelde en preferente leningen, overbruggingskredieten en moderne mengvormen

- grote diversiteit aan expertises en interesses - veel vermogen - redelijk dynamisch - professionele houding - branchedeskundigheid - internationale netwerken - werken ook samen

- mijden risico’s (starters) - duurder dan angel investors - minder begeleiding - meer rapportage - sturen op afstand

Bijzondere fondsen

voordelen

nadelen

aantal: circa twintig bedrag: twintigduizend tot twee miljoen euro fase: start en eerste groei

- zeer uiteenlopende motivaties en mogelijkheden - vaak lokale spil in de zakenwereld

- motieven tot participatie niet altijd zakelijk - zaaikapitaal en goed fondsbeheer gaan niet altijd samen

Overheidsinitiatief TechnoPartner heeft een nieuwe Seed-regeling waarbij een aantal nieuwe fondsen is gevormd, gericht op technostarters (zie ook hoofdstuk 6). Doel is de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt te stimuleren en te mobiliseren, zodanig dat technostarters in hun kapitaalbehoefte kunnen voorzien. Minimaal drie aandeelhouders of vennoten vormen een fonds. De inleg van de betrokkenen (meest angel investors) wordt vijftig procent met een maximum van vier miljoen euro, aangevuld door TechnoPartner. Deelnemende investeerders kunnen op deze wijze onderling én met TechnoPartner de financiële risico’s verlagen om te participeren in startende innovatieve bedrijven. Onderling kunnen de investeerders complementaire kennis en ervaring inbrengen bij de selectie van proposities en bij het coachen van de ondernemers. Een overzicht van de fondsen onder de Seed-regeling vindt u achter in deze gids.

TechnoPartner Seed fondsen

voordelen

nadelen

aantal: circa vijftien bedrag: dertig duizend tot vijfhonderdduizend euro fase: start en eerste groei vorm: combinatie van nieuwe aandelen en achtergestelde lening

- helpen graag starters - financieren ook ontwikkelingstrajecten - hoe innovatiever, hoe beter - denken mee en leveren kennis en netwerken - laten de ondernemer ondernemen - verwachten wezenlijk rendement op hun investering middels achtergestelde lening én waarde-ontwikkeling aandelen - wensen minderheidsaandelenpakket - lager risicoprofiel voor de investeerder door samenwerking en garantiestellingen overheid

- formeel besluitvormingstraject waardoor langere doorlooptijd - negen van de tien ‘passen niet’ - het moet vooral in het persoonlijke vlak klikken - moeilijk te overtuigen met financiële argumenten - doen nauwelijks bedragen van meer dan vijf ton - duur geld: men verwacht een hoog rendement - voor de ondernemer niet altijd duidelijk met wie hij te maken krijgt - kans op veel bemoeienis van verschillende investeerders

Venture capitalists zijn particuliere beleggers die vaak aangezien worden voor angel investors, maar dat niet zijn. Ze beschikken over veel meer geld dan angel investors en zijn bij uitstek rendementsgeoriënteerd. Verder hangen ze niet zozeer aan hun anonimiteit als wel aan hun privacy. In de markt zijn ze meestal wel bekend, maar moeilijk te benaderen. Ze investeren vooral bedragen van minimaal twee miljoen euro in bedrijven die hun bestaansrecht hebben bewezen. Voordat u ze benadert, moet u een aantal zaken goed geregeld hebben: kwaliteit van het management, marktonderzoek, cashflow analyse, rendementsprognose en fiscaliteit. Door het grote vermogen dat ze beheren hebben venture capitalists weinig tijd over voor begeleiding van de ondernemer. Om toch grip op de situatie te houden, hebben ze bij voorkeur een controlerend (dus meerderheids-)belang in de onderneming. Omdat ze een beslissende stem hebben over het vermogen dat ter beschikking wordt gesteld, kunnen ze zeer snel handelen. Ze worden daarom ook ingeschakeld bij crisissituaties.

Venture capitalists

voordelen

nadelen

aantal: circa vijfhonderd bedrag: twee miljoen tot vijftig miljoen euro fase: overname, groei, reorganisatie, verzelfstandiging vorm: bestaande aandelen, hypothecaire leningen en overbruggingskredieten

- groot geld - vormen makkelijk syndicaten vanuit hun eigen netwerk - kunnen snel handelen - ervaren, harde onderhandelaars - houden van professionele voorstellen

- mijden starters - moeilijk te benaderen - stellen hoge eisen aan het managementteam - willen meestal controlerend (meerderheids-)belang - zeer rendementsgericht

Beleggingsmaatschappijen, in Engeland private equity funds genoemd, zijn fondsen met grote hoeveelheden vaak particulier geld, dat gebruikt wordt om (aandelen in) bestaande bedrijven te kopen. Ze bewegen zich op dezelfde markt als de venture capitalists, maar doen veel grotere transacties. De transacties hebben vaak meer te maken met beleggen dan met investeren en zijn financieel-technisch zeer complex. Deze transacties verlopen uitsluitend via gespecialiseerde intermediairs.

Beleggingsmaatschappijen

voordelen

nadelen

aantal: circa vijftig bedrag: vijf miljoen tot vijfhonderd miljoen euro fase: overname, reorganisatie, verzelfstandiging en overbrugging vorm: kopen alleen bestaande aandelen

- beschikken over enorme vermogens - hoeven geen syndicaten te vormen, maar doen dat soms wel - kunnen relatief snel handelen - professionele onderhandelaars die houden van professionele voorstellen

- mijden ieder risico - alleen voor zeer serieuze en zeer grote transacties met bestaande bedrijven

Beursgang. De AEX is van origine bedoeld om bedrijven in de gelegenheid te stellen nieuw geld op te halen bij beleggers. Tegenwoordig wordt de beurs vooral gebruikt voor de secundaire handel. Pogingen om via de NMAX de beurs aantrekkelijker te maken voor nieuwe bedrijven zijn mislukt. Er worden nu meer kleine bedrijven van de beurs gehaald dan er bij komen. Het kostbare onderzoeksproces dat aan een beursgang vooraf gaat en de aandacht die een beursnotering vraagt, leggen de ondergrens van de kapitaalbehoefte op circa vijftien miljoen euro.

Aandelenbeurzen

voordelen

nadelen

aantal: één bedrag: vijftien miljoen tot vijfhonderd miljoen euro fase: sterke groei vorm: uitgifte van nieuwe aandelen, herplaatsing van bestaande aandelen of een combinatie daarvan

- aandelen worden makkelijk verhandelbaar - beschikbaarheid van geld vrijwel ongelimiteerd - publiciteit bij beursgang verhoogt bekendheid van de onderneming - eerdere aandeelhouders kunnen (gedeeltelijk) uittreden

- alleen voor veelbelovende of zeer winstgevende bedrijven - hoge kosten introductie en informatievoorziening - bij uitblijven belofte volgt instorten beurskoers - hoge drempel voor minimum bedrag

De keuzemogelijkheden voor de ondernemer

De kapitaalmarkt is een gewone markt, net als iedere andere markt. Als u een beroep wil doen op die markt doet er goed aan u eerst in die markt te verdiepen, om vervolgens de juiste partij(en) met het juiste voorstel te benaderen. Niemand krijgt zomaar geld. Een beroep doen op de kapitaalmarkt is dan ook gelijk aan de marketing van uw eigen aandelen.

Er zijn vier factoren die bepalend zijn voor de richting waarin de kapitaalverschaffer moet worden gezocht: soort geld, dynamiek, risicofactor en omvang bedrag.

Soort geld In deze beschouwing gaat het om risicodragend vermogen: nieuwe aandelen, achtergestelde leningen en andere vormen van risicodragend vermogen. Dus geen vreemd vermogen(leningen tegen rente en onderpand) en ook geen subsidies.

Dynamiek We beperken ons tot het meest dynamische segment: bedrijven met een hoge omloopsnelheid en een hoge innovatiegraad.

Risicofactor Die hangt direct samen met de levensfase van de onderneming en wordt afgezet tegen de x-as van de grafiek.

Omvang bedrag Is uitgezet op de y-as. Enige bijzonderheid is dat deze voorzien is van een logaritmische schaal.

De levensfase (risicofactor) van de onderneming kan afgezet worden tegen de omvang van de kapitaalbehoefte. In het schema dat ontstaat, kunnen de kapitaalverschaffers geprojecteerd worden. U kunt, afhankelijk van uw eigen uitgangspositie, bepalen welke (soort) kapitaalverschaffer het meest voor de hand ligt.

Schema levensfase / kapitaalbehoefte:

<let op! Schema komt niet door op Google Docs, graag navragen bij Nils de Witte>

Lijn A: voorbeeld van zeer snel groeiend bedrijf (informatietechnologie) Lijn B: voorbeeld van bedrijf met zeer hoge onderzoeks- en ontwikkelingskosten (biotechnologie) Lijn C: voorbeeld van een gemiddeld innovatief bedrijf Lijn D: voorbeeld van een succesvolle zelfstandige

De kapitaalmarkt is in feite veel ingewikkelder dan hier weergegeven. Het schema is echter wel een goed hulpmiddel om te bepalen in welke richting u de verschaffer van uw risicodragend vermogen dient te zoeken.

Voor de meeste innovatieve bedrijven zijn uiteindelijk kapitaalverschaffers te vinden. Alleen bedrijven met zeer hoge ontwikkelingskosten (starters met een kapitaalbehoefte van meer dan twee miljoen euro) zullen daarbij een combinatie moeten smeden van kapitaalverstrekkers. Subsidies om het risico te dempen, één of meerdere informals als hoofdinvesteerder(s), een borgstellingskrediet (BBMKB) en één of meerdere fondsen voor het grote geld. Dit geknutsel met kapitaalbronnen noemt men financial engineering en de hulp van een specialist is hier op zijn plaats.

Denk bij uw financiële planning ook aan:

  • Eigen inbreng. Hebt u iets in te brengen, breng het dan vooral in voordat u aan anderen vraagt te investeren.
  • Beperking van de uitgaven. Geen startend bedrijf kan overbodige luxe dragen, zoals dure kantoorruimte of een te grote auto.
  • Subsidies en (garantie)regelingen van de overheid. SenterNovem en TechnoPartner voeren de subsidieregelingen van de overheid uit (zie hoofdstuk 6 voor details).
  • Sociale diensten. Sociale diensten hebben goede faciliteiten voor ondernemers die nu nog een uitkering krijgen (BBZ-regeling).
  • Bijzondere potjes. Allerlei instellingen met meer of minder commerciële doelstellingen verstrekken geld aan (startende) bedrijven met ideële motieven.
  • Kredieten van banken en financiële instellingen. Zij hebben een breed assortiment aan producten waarvan sommige een risicodragend karakter hebben. Laat u goed informeren over de voor- en nadelen van die producten.
  • Incubators. Incubators zijn te omschrijven als kraamkamers voor nieuw ondernemerschap. Incubators bieden de (aspirant-) ondernemer een combinatie van huisvesting, coaching, financiering van risicokapitaal. Voorbeeld is het Subsidieprogrammma KennisExploitatie (SKE). Als technostarter kunt u steun ontvangen op het gebied van kennis, octrooien, apparatuur en financiering.
  • Leasing. Kantoormiddelen en auto’s kunt u leasen in plaats van kopen. Leasemaatschappijen leveren u goederen (vaak inclusief onderhoud en afschrijving) die aan uw behoeften en financiële mogelijkheden zijn aangepast.
  • Factoring. U verkoopt uw facturen aan een factormaatschappij, die ervoor zorgt dat ze op tijd worden betaald en u krijgt (een deel van) het geld van de openstaande facturen vooruitbetaald. Factoring is gespecialiseerd werk; het is meer dan debiteurenfinanciering.
  • Leverancierskrediet. Uw leveranciers verlangen niet altijd contante betaling, maar meestal betaling binnen een bepaalde termijn (bijvoorbeeld drie maanden). In de praktijk is dit een belangrijke vorm van krediet, waarvan u optimaal gebruik moet maken. Treed wel van tevoren in overleg met de leverancier als u van de afgesproken betaaltermijn gaat afwijken.

  • Werknemersparticipatie. Uw werknemers sparen of kopen aandelen in uw bedrijf, bijvoorbeeld door inhouding van een deel van hun loon. Zo worden ze voor een deel eigenaar van het bedrijf wat hun betrokkenheid en inzet ook nog eens vergroot. Het is goedkoop geld (u betaalt geen rente of andere vergoeding), maar u levert wel aandelen in.
--------------------------------

Nils de Witte en Ben Lacor zijn partner bij NeBIB.

www.nebib.nl

René Reijtenbagh is director Regional Development & Innovations bij OOST NV en oprichter van Meesters van de Toekomst, trefpunt van informal (angel) investors.

www.meestersvandetoekomst.nl

Geen opmerkingen: