Twitter

On-line samenwerking om te komen tot een nieuwe Gids Startkapitaal. Documenten worden gewijzigd in Google Docs (volg edit link).

Hoofdstuk 6: Subsidies en regelingen

In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van stimuleringsprogramma’s en –regelingen die de overheid biedt.

Introductie

door Wilko Pels


U kunt in verschillende vormen financiering krijgen:

  • subsidie (tegemoetkoming in de kosten);
  • krediet (lening met gunstige voorwaarden);
  • fiscaal (belastingvoordeel).

Deze financieringsbronnen hebben belangrijke voordelen:

  • er hoeft geen aandelenbelang en zeggenschap te worden opgeofferd;
  • u hoeft (bij subsidies en belastingvoordelen) niet persoonlijk garant te staan:
  • het is relatief ‘goedkoop’ geld, gezien de doelstellingen en omstandigheden.

Aanvraag

Met uitzondering van sommige fiscale regelingen dient u altijd voor de start van een project een aanvraag in te dienen. Daarom is een tijdige voorbereiding noodzakelijk.

Een aanvraag kan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • een formeel aanvraagblad, uitgegeven door de beoordelende instantie;
  • een document waarin wordt aangegeven:
    • hoe aan de algemene eisen en voorwaarden wordt voldaan;
    • hoe aan de scorecriteria wordt voldaan;
    • waarom deze aanvraag zo bijzonder is;
    • hoe de projectorganisatie eruit ziet, wat ieders rol is en in hoeverre het project bijdraagt aan de organisatiedoelstellingen;
  • een begroting, een planning en een risicoanalyse;
  • een intern projectplan of businessplan, meestal volgens voorgeschreven format;
  • overeenkomsten tussen de aanvragende partijen (daarmee krijgt de overheid een sterkere garantie op projectvoltooiing);
  • bijlagen, bijvoorbeeld jaarverslagen, uittreksel Kamer van Koophandel en wetenschappelijke rapporten.


Als u de stukken slim opstelt, dan kunt u de interne project- en businessplannen ook als bijlagen gebruiken. U heeft dan alleen extra werk aan de vereiste aanvraagbeschrijving. Het helpt als een aanvraag goed geschreven en aantrekkelijk is. Maar hoe ‘gelikt’ uw aanvraag ook is, de basis is en blijft een goed project of onderneming.

Op te voeren kosten

Bij alle regelingen wordt gerekend met de werkelijke gemaakte, dus interne kosten, bij ondernemingen altijd exclusief btw.

  • Arbeid: De basis is meestal arbeidstijd tegen de fiscale loonkosten gedeeld door gewerkte tijd. Vaak wordt een opslag voor overhead toegestaan. Meestal is er onderscheid tussen de directe projecttijd en de administratieve projectleiding.
  • Materialen en machines: Materialen die worden gebruikt of verwerkt gedurende het project mogen meestal tegen honderd procent inkoop tarief worden meegenomen, machines (met een waarde na beëindiging van het project) kunnen worden opgevoerd tegen speciale machine-uur calculaties.
  • Inhuur derden: Bij onderzoek- en ontwikkelingsprogramma´s mogen derden een klein deel van de werkzaamheden verrichten; alleen bij typische inkoop-investeringsregelingen ligt dit anders. De toegestane kosten tellen voor honderd procent mee.

Beoordeling

Na ontvangst van de aanvraag doorloopt de beoordelaar de volgende stappen:

  • Controle op het voldoen aan de minimum criteria:
    • tijdigheid en volledigheid aanvraag;
    • aanvraaggrootte in geld en doorlooptijd;
    • omvang en juridische vorm aanvrager(s).
  • Toetsing van de aanvraag aan de beoordelingscriteria. Generieke criteria zijn:
    • Wat er wordt gedaan in termen van investering en ontwikkeling? Dit is soms themagericht (bijvoorbeeld energiebesparing) en soms gericht op de aard van de activiteit (bijvoorbeeld technisch onderzoek).
    • Wat draagt de aanvraag bij aan de onderneming?
    • Wat draagt de aanvraag bij aan Nederland en/of Europa?
  • Ranking van de aanvragen overeenkomstig de scores.
  • Toekenning van het budget aan de aanvragen, te beginnen met de hoogste score.

Bij Europese subsidies, die in deze gids niet aan bod komen, wordt vaak ook gekeken of de verdeling over de landen en onderwerpen voldoende overeenkomst met de politieke wensen.

Soms worden de aanvraagscores van losse aanvragen nog aangepast om een politiek correcte uitslag te bereiken. Verdiep u dus in de criteria van deze politieke herbeoordeling en maak werk van een lobby voor de aanvraag om uw kans op succes te verhogen.

Administratieve eisen

Alle gedeclareerde kosten moeten terug te vinden zijn in de administratie. Extern zijn dat de projectfacturen; intern zijn dat, personeelsuren en kosten voor machines en apparatuur. Er moet altijd worden bijgehouden welke persoon of machine op welke dag en op welk project(-onderdeel) heeft gewerkt. Soms is de controle daarop verdergaand en wordt per betrokken medewerker een gesloten en geaccordeerde tijdadministratie gevraagd: een overzicht van alle tijdbesteding, inclusief vakantie en overige (werk-)activiteiten. Dit moet u per week administreren en dus niet achteraf reconstrueren.

Projectorganisatie

Om rapportages te kunnen opstellen en verantwoording van de gebeurtenissen te kunnen afleggen is het noodzakelijk dat u alle werkzaamheden en ontwikkelingen bijhoudt. Denk hierbij aan:

  • correspondentie, email, interne rapportages en vergaderstukken;
  • tekeningen en berekeningen;
  • marktanalyses;
  • meetverslagen, testverslagen en (foto´s van geteste) prototypes.

Een goed opgezette projectorganisatie levert door de geregelde processen vanzelf de noodzakelijke stukken en documenten.


<kader>

Bezint eer ge begint!

door Michel Simons

Het aanvragen van subsidie gaat niet vanzelf. Probeer voordat u begint een beeld te krijgen van:

  • de potentiële opbrengst;
  • de slagingskans van het project (voldoende budget en dergelijke) en
  • de hoeveelheid werk die verzet moet worden (ook om de administratie bij te houden).

Zelf doen of uitbesteden?

Om tot een aanvraag te komen kunt u globaal twee wegen bewandelen: u doet het zelf of u roept de hulp in van een subsidieadviseur. Zelf doen is prima mogelijk en de instanties die de aanvraag beoordelen zijn vaak bereid om een aanvrager te helpen.

Een (goede) adviseur heeft een paar voordelen boven zelf aanvragen:

  • rendement : de slaagkans is groter;
  • expertise : u krijgt door betere toepassing van de regels vaak een hoger subsidiebedrag;
  • tijdsbesparing : de consultant neemt u werk uit handen bij aanvraag en afhandeling;
  • brede blik : hij of zij onderzoekt direct andere mogelijkheden.

Er zijn uiteraard wel kosten aan verbonden.

Overwegingen

In de markt zijn globaal twee soorten adviseurs actief. Adviseurs die op uurtarief of op no cure, no pay -basis werken. Vooral accountantskantoren hanteren het principe 'uurtje-factuurtje'. Bij serieuze adviseurs variëren de tarieven van tachtig tot meer dan vierhonderd euro per uur. Vrijwel alle no cure, no pay-adviseurs vragen daarentegen vijftien procent van het aan u verleende subsidiebedrag. Daarnaast vragen zij vaak een vaste (bijkomende) vergoeding van ongeveer duizend euro. Laat u zich in uw selectie naar de best passende adviseur niet alleen leiden door het percentage. Een laag percentage kan een lage kwaliteit of weinig aandacht van de adviseur betekenen. Weeg daarom de prijs en de bijbehorende kwaliteit af tegen de kosten van het mislukken van uw aanvraag.

De volgende vragen kunt u gebruiken als leidraad bij het selecteren van de juiste adviseur:

  • Kijkt de adviseur af en toe naar de aanvraag, of schrijft hij/zij actief aan het plan? Houdt het adviseren op wanneer de subsidie is ontvangen of krijgt u ook advies over de administratieve verplichtingen?
  • Welke vakkennis heeft de adviseur? Meer vakkennis kan uw slaagkans verhogen. Daarnaast kan de adviseur effectiever tijd aan u besteden. Hij/zij hoeft immers niet alles uit te zoeken.
  • Past de adviseur bij uw bedrijf? Wilt u zaken doen met een gerenommeerde naam die een breed scala aan diensten aanbiedt of heeft u behoefte aan slagvaardig contact?
  • Hoe compleet is het advies? Kijkt de adviseur alleen naar de WBSO, of helpt hij/zij u ook verder met andere subsidies?

Laat u goed informeren over de prijs en de werkzaamheden die er voor worden verricht. Check de deskundigheid van de adviseur en ga een oriënterend gesprek aan om te onderzoeken of de adviseur passend lijkt. Wil de adviseur het oriënterende gesprek in rekening brengen, zoek dan een andere partner.

Meer informatie

Informatie over verschillende stimuleringsprogramma’s en –regelingen is on line te vinden. Allereerst bij de uitvoerders, zoals SenterNovem, TechnoPartner of de EVD.

Daarnaast kunt u terecht bij:

  • www.bedrijvenloket.nl - alle informatie met betrekking tot regelgeving voor ondernemers;
  • www.subsidieshop.nl - de internetsite van het Ministerie van Economische Zaken met een overzicht van ruim driehonderd Europese, nationale en provinciale subsidies voor bedrijven of projecten;
  • www.subsidies.nl - een onafhankelijke, digitale subsidieadviseur. Iedere abonnee (jaarabonnement kost 685 euro) heeft rechtstreeks toegang tot informatie over de ruim dertienhonderd nationale en Europese subsidieregelingen.
  • www.subsidietest.nl - een subsidietest voor ondernemers om in een paar minuten uit te vinden of er voor het bedrijf interessante subsidiemogelijkheden zijn;
  • www.higherlevel.nl - ondernemersforum waar onder meer de praktische toepassing van de regelingen besproken wordt.

</kader>

Overzicht instrumenten

door Marion van der Heden


Naam

Subsidieprogramma KennisExploitatie (SKE)

Soort

Subsidieregeling

Doelgroep

Kennisinstellingen en bedrijfsleven

Begunstigde

Technostarters

Doel

Meer en betere technostarters d.m.v. begeleiding en ondersteuning via kennisinstellingen en bedrijfsleven

Voorwaarden

Faciliteiten worden verstrekt via consortia

Informatie

www.technopartner.nl


Technostarters hebben behoefte aan kennis om innovatief te blijven, dure apparatuur om te testen en professionele ondersteuning om hun bedrijf goed op de rit te krijgen. Het subsidieprogramma KennisExploitatie (SKE) stelt kennisinstellingen en het bedrijfsleven in staat om technostarters te begeleiden, apparatuur ter beschikking te stellen, onderzoek door te lichten op commerciële mogelijkheden en octrooien aan te vragen die aan technostarters overgedragen kunnen worden.

Uitvoerder TechnoPartner geeft steun op het gebied van:

  • kennis
  • octrooien
  • apparatuur
  • begeleiding (netwerken)
  • financiering

SKE in de praktijk

Met een pre-seed lening van het TechnoPartner SKE-project TechnoSprint kon Roy Campe van Actiflow zijn eerste ondernemersjaar doorkomen. “Het ging om een relatief klein bedrag, maar dit startgeld is erg belangrijk voor ons geweest. Ik kon daardoor zelfstandig blijven en hoefde niet bij andere mensen aan te kloppen. Ook heeft het ons voor enkele liquiditeitsproblemen behoed. De aanschaf van veel materiaal werd gesubsidieerd, maar je moet wel eerst de rekening betalen voordat je het geld kunt ontvangen.” Voor de financiering van de productontwikkeling heeft Actiflow een STW-subsidie en een uitdagerskrediet van SenterNovem ontvangen en hiernaast is een privé-investeerder aan boord gehaald. In totaal is een half miljoen euro opgehaald in de eerste financieringsronde.


Naam

Tante Agaathregeling

Soort

Fiscale regeling

Doelgroep

Particuliere kredietverstrekkers

Begunstigde

Startende ondernemers

Doel

Realiseren van beginkapitaal d.m.v. fiscale stimulans aan particuliere verstrekkers van risicodragend vermogen

Informatie

www.belastingdienst.nl


De Tante Agaathregeling maakt het voor particulieren fiscaal aantrekkelijk geld aan startende ondernemers te lenen. Als startende ondernemer heeft u er misschien geen rechtstreeks voordeel van, maar de regeling kan het u wel een stuk gemakkelijker maken om het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen. Wellicht kunt u met behulp van deze regeling iemand bereid vinden een deel van zijn vermogen in uw onderneming te steken. Deze regeling biedt zo’n particuliere geldgever namelijk interessante fiscale voordelen, zoals:

  • vrijstelling voor de vermogensrendementsheffing in box 3;
  • een aftrekpost als de lening moet worden kwijtgescholden;
  • heffingskorting

Naam

Besluit Borgstelling Midden- en Kleinbedrijf (BBMKB of borgstellingskrediet) TechnoPartner Label

Soort

Garantieregeling

Doelgroep

Banken

Begunstigde

Midden- en kleinbedrijven met een kredietbehoefte tot twee miljoen euro

Doel

Realiseren van kapitaal d.m.v. het verschaffen van garanties op bankkredieten

Informatie

www.senternovem.nl/bbmkb


Voor bedrijven is het lastig om geld te lenen van de bank als het onderpand ontoereikend is. In zo’n geval kan de bank gebruik maken van de BBMKB-regeling van Economische Zaken. Bij toepassing van de BBMKB-regeling geeft de overheid een borgstelling af aan de bank voor een deel van het kredietbedrag, waardoor het risico voor de bank wordt verlaagd. De bank toetst dan of het bedrijf in aanmerking komt voor dit zogenaamde borgstellingskrediet. Bij die toetsing wordt bekeken of er wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • er is een tekort aan zekerheden;
  • krediet is niet ter vervanging van huidige verplichtingen bij huidige bank;
  • de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven van de onderneming zijn bevredigend;
  • er zijn maximaal honderd werknemers (100 fte) in dienst. Indien het bedrijf niet zelfstandig is, dan geldt deze eis voor de gehele groep;
  • de financiering wordt niet aangewend voor het doen van beleggingen.

De hoogte van het borgstellingskrediet is afhankelijk van de kredietbehoefte. Verder mag het borgstellingskrediet niet groter zijn dan het tekort aan zekerheden. Naast de basisvariant van het borgstellingskrediet bestaan voor de starters en de innovatieve bedrijven twee varianten die een ruimere garantiemogelijkheid bieden. De overheid kan voor een groter deel van het bancaire krediet garant staan. Op de website staan de voorwaarden.

Maximaal mag de bank voor 50% met borgstellingskrediet financieren, voor het innovatieve borgstellingskrediet en de startersfaciliteit liggen deze percentages hoger, respectievelijk 67% en 80%. Het maximum aan staatsgarantie dat ten behoeve van een onderneming beschikbaar gesteld kan worden bedraagt één miljoen euro. Indien de onderneming deel uitmaakt van een groep, geldt dit maximum voor de groep als geheel.

Op enkele uitgesloten sectoren na, is de BBMKB een financieringsinstrument bedoeld voor het gehele mkb.

BBMKB in de praktijk

Volgens Ton Logtenberg van Merus Biopharmaceuticals is het investeringsklimaat in Nederland op het moment niet gunstig voor technologiebedrijven in de biotechsector. Investeerders willen volgens hem vooral bedrijven met producten in fase twee klinisch onderzoek. “Mijn perceptie is dat de meeste investeerders niet voldoende wetenschappelijke expertise hebben en daardoor niet goed de risico’s en de kansen kunnen inschatten van dit soort technologiebedrijven”. Bij Aglaia Oncology Seed Fund trof hij investeerders aan die wel bereid waren om te investeren in zijn technologie. Ook wees Aglaia hem op de mogelijkheid om een borgstellingskrediet met het TechnoPartner Label aan te vragen. “Ik heb zelf nauwelijks iets hoeven te doen, de bank regelde alles met SenterNovem”.

<kader>

TechnoPartner Label en BBMKB

Voor echte technostarters is het vaak extra moeilijk om de financiering rond te krijgen. Als de bank onbekend is met de technologie en daarom niet in staat is om een lening te verstrekken, kunt u een beroep doen op het TechnoPartner Label. Dat is een verruiming van het Besluit Borgstelling MKB-kredieten (BBMKB). Op verzoek van de bank beoordelen specialisten van SenterNovem uw kredietaanvraag op technisch inhoudelijke gronden. Het is een second opinion waarbij het technisch vernuft en het marktperspectief meer aandacht krijgen. Bij een positief oordeel over de kredietaanvraag ontvangt de bank het TechnoPartner Label, een verklaring dat de overheid garant staat voor een deel van de lening. Hiermee wordt het risico voor de bank kleiner, waardoor de kans op financiering toeneemt.

</kader>


Naam

Seed-faciliteit

Soort

Lening

Doelgroep

Participatiefondsen

Begunstigde

Technostarters

Doel

Realiseren van risicokapitaal voor technostarters in de vroege levensfase

Informatie

www.technopartner.nl


Om investeringen in risicovolle ondernemingen in de vroege levensfase te bevorderen biedt TechnoPartner de Seed-faciliteit. Participatiefondsen krijgen de mogelijkheid een lening te verkrijgen voor het aangaan van participaties in technostarters. Hiermee profiteren de fondsen van een verhoging van het rendement in combinatie met een verlaging van het risico. Tot op heden hebben zestien fondsen van de faciliteit gebruik gemaakt (zie adressen achter in deze gids). Ieder fonds heeft een eigen strategie en hanteert specifieke criteria waaraan de technostarter moet voldoen. De fondsmanager bepaalt in welke technostarters het fonds investeert.

Seed-faciliteit in de praktijk

Het business idee is bedacht door het bedrijf Reason. Dit bedrijf ging in 2005 failliet, maar kreeg een doorstart en zo ontstond in 2006 Scense. Koen Brouwers, directeur van Scense: “Vorig jaar werd ik door Solid Ventures benaderd. Het wilde Reason nieuw leven inblazen op voorwaarde dat ik het nieuwe bedrijf zou gaan leiden. Ik had al meerdere bedrijven geleid in de ICT en ik heb het altijd al leuk gevonden om een kleine organisatie uit te bouwen en te laten groeien.” Solid Ventures is één van de TechnoPartner Seed-fondsen. Dit investeringsfonds investeert in veelbelovende zakelijke en consumenten innovaties met internationale potentie en richt zich voornamelijk op de ICT sector. Naast een investering van Solid Ventures heeft Scence ook geld geleend bij de bank. “De bank waar ik de lening heb gekregen heeft ook het faillissement van Reason afgehandeld. Dit is vrij uniek en het toont wel het grote vertrouwen van de bank in het nieuwe bedrijf en management.”


Naam

Groeifaciliteit

Soort

Garantieregeling

Doelgroep

Banken en participatiemaatschappijen

Begunstigde

MKB-bedrijven in de snelle groei fase en bij bedrijfsovername

Doel

Realiseren van risicokapitaal in de snelle groeifase via overheidsgarantie

Informatie

www.senternovem.nl/groeifaciliteit


Bij snelle groei en bedrijfsoverdrachten hebt u waarschijnlijk behoefte aan extra kapitaal om de financiële basis te verbreden. Via de Groeifaciliteit verstrekt de overheid 50% garantie op door banken en participatiemaatschappijen verstrekte achtergestelde leningen en aandelenkapitaal. Voor een financiering met garantie van de Groeifaciliteit wendt u zich tot de deelnemende banken en participatiemaatschappijen. De financier besluit of de desbetreffende financiering wordt verstrekt en of er een verzoek tot garantstelling wordt ingediend.

Groeifaciliteit in de praktijk

Inclusion Group is een onderneming die tot doel heeft het betalingsverkeer in opkomende markten te ontwikkelen, waarmee aan de massa toegang wordt verschaft tot de financiële sector. In samenwerking met lokale partners richt zij joint ventures op die producten voor het betalen van salarissen, pensioenen, rekeningen e.d. aanbieden. Inclusion Group doet dit door het Nederlandse bankgiromodel te exporteren dat als toonaangevend in de wereld wordt beschouwd. In Egypte heeft Inclusion Group haar eerste giro joint venture gerealiseerd onder de naam GiroNil. De doelstelling is dat in 2015 ruim twintig miljoen Egyptenaren gebruik maken van de betaalproducten van deze joint venture en tenminste twee miljard betaaltransacties worden verwerkt. De onderneming verwacht in 2008 een tweede giro joint venture op te zetten in Midden-Amerika. Inclusion Group was begin 2007 op zoek naar aanvullende financiering om haar groeidoelstellingen te realiseren. De Rabobank heeft de financiering verstrekt en heeft hiervoor gebruik gemaakt van de Groeifaciliteit waarbij de staat garant staat voor anderhalf miljoen euro van deze financiering.

Naam

WBSO

Soort

Fiscale regeling

Doelgroep

Innovatieve bedrijven (R&D)

Begunstigde

Idem aan doelgroep

Doel

Realiseren van technologische vernieuwingen

Informatie

www.senternovem.nl/wbso


De WBSO is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (R&D) compenseert.

De WBSO kent drie faciliteiten, te weten:

  • een tegemoetkoming in de loonkosten die gemoeid zijn met R&D in de vorm van een vermindering van de af te dragen loonheffing;
  • een aftrek R&D voor zelfstandige ondernemers;
  • een extra tegemoetkoming voor startende ondernemers of ondernemingen.

De WBSO biedt een tegemoetkoming in de loonkosten van werknemers die R&D verrichten. Het fiscale voordeel is een vermindering van de af te dragen loonheffing over de loonkosten van deze medewerkers. In 2007 bedraagt deze afdrachtvermindering 42% van de eerste 110.000 euro aan R&D-loonkosten. Voor de resterende R&D-loonkosten is dit 14%. Voor starters bedraagt het percentage van de eerste schijf zelfs 60%.

WBSO in de praktijk

De ‘boegschroef’ is een van de projecten waarvoor Combimac steun vanuit de WBSO ontving. “Met die regeling zijn we erg vertrouwd, jaarlijks hebben we drie tot vier van die projecten. De aanvragen lopen altijd goed, ik kan me niet herinneren dat een project afgewezen is.” Aantrekkelijk is de eenvoud van de regeling, vindt Michael de Zwart, technisch directeur van machine- en apparatenfabriek Combimac. “Het is in feite een loonkostenmaatregel. Als je met subsidies aan de gang gaat, moet je betalingsbewijzen en dergelijke bijhouden. Nou, dat is een kraam, dan heb je zo een paar ordners vol. Dat heb je met de WBSO gelukkig veel minder. Je moet een urenadministratie bijhouden, op tijd je projectadministratie klaar hebben. Als je dat eenmaal gewend bent, is dat goed te doen. De WBSO betekent voor ons een welkome aanvulling. Je terugverdientijd wordt korter, dat vindt elke ondernemer prettig.”


Naam

Uitdagerskrediet

Soort

Renteloos krediet

Doelgroep

Innoverende midden- en kleinbedrijven

Begunstigde

Idem aan doelgroep

Doel

Realiseren van technisch nieuwe producten, processen of diensten die in belangrijke mate bijdraagt aan de groei van het bedrijf

Informatie

www.senternovem.nl/uitdagerskrediet


Het uitdagerskrediet is een renteloze lening voor 35% van de ontwikkelkosten bij innovatieprojecten. Het krediet kent een maximum van één miljoen euro. Wordt uw project een succes dan wordt het krediet in maximaal zes jaar afgelost. Maar gaat het mis - het project is technisch niet haalbaar of het commercieel perspectief is weggevallen - dan komt de aflossing te vervallen. De financiële risico’s worden zo beperkt. Aanvragen kunnen op elk gewenst moment worden ingediend. Om de haalbaarheid van de aanvraag vooraf in te schatten, kan gebruik gemaakt worden van een quick scan. Het uitdagerskrediet is een algemene regeling en staat open voor aanvragen uit alle marktsectoren, bedrijfsbranches en technieken.


Naam

Innovatievouchers

Soort

Subsidieregeling

Doelgroep

Midden- en kleinbedrijven

Begunstigde

Publieke kennisinstellingen en midden- en kleinbedrijven

Doel

Gebruik maken van de aanwezige kennis van de publieke kennisinstellingen

Informatie

www.senternovem.nl/innovatievouchers


Een innovatievoucher is een bon waarmee mkb-bedrijven kennis bij een publieke kennisinstelling kunnen inkopen. Zo kan ieder bedrijf uit het midden- en kleinbedrijf gebruik maken van kennis die bij de kennisinstelling op de plank ligt en die het bedrijf helpt te vernieuwen. Er bestaan twee soorten:

1. Snuffelvoucher: een éénmalig aan te vragen voucher van 2.500 euro. 2. Innovatievoucher: een één keer per jaar aan te vragen voucher van 7.500 euro. Hiermee kan de ondernemer met een uitgebreider vraagstuk bij de kennisinstelling terecht. Voor deze vouchers geldt een eigen bijdrage van 1/3e deel.

Innovatievouchers in de praktijk

Het Haagse bedrijf InnovAir ontwikkelt producten die etherische oliën verdampen, bedoeld voor bijvoorbeeld toiletten en rookruimtes van kantoren. Luchtverfrissers dus, maar wel luchtverfrissers van een heel vernuftig soort. Stephan Stultiens startte zijn onderneming in 2000, toen hij een gat in de markt voorzag voor etherische oliën. Hij kreeg gelijk: zijn producten verkopen goed. Maar hij bleef broeden op betere systemen. “Ik wilde een zelfdenkend systeem. Een digitale neus als het ware. Een systeem met een sensor die stankmoleculen herkent en zichzelf volledig aanstuurt. Ik had zelf al erg veel geïnvesteerd en mijn idee hier en daar voorgelegd om verder te laten ontwikkelen. Met heel weinig concreet resultaat. De innovatievoucher dwong mij te duiken in de wereld van de kennisinstellingen. Dat was nieuw voor mij. In de industrie leeft het vooroordeel dat kennisinstellingen log en ambtelijk zijn, dat de industrie nieuwe dingen veel sneller kan aanpakken. Daar zit vast wel een kern van waarheid in, maar ik heb nu een heel andere kant gezien. Ik heb het uitgebreid geprobeerd in de industrie, daar kwam bijzonder weinig uit. Ik heb het één keer geprobeerd bij een kennisinstelling en daar kwam precies uit wat ik wilde weten.”


Naam

Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB)

Soort

Subsidieregeling

Doelgroep

Midden- en kleinbedrijven

Begunstigde

Idem aan doelgroep

Doel

Succesvolle betreding van Nederlandse bedrijven op nieuwe markten

Informatie

www.evd.nl/psb


De Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten (PSB) beoogt mkb-bedrijven met weinig of geen exportervaring te ondersteunen bij het betreden van een nieuwe buitenlandse markt. De ondersteuning bestaat uit advies en begeleiding bij een internationaliseringsplan en een bijdrage in de kosten van een aantal in het plan genoemde activiteiten. De bijdrage bedraagt vijftig procent van de gemaakte kosten tot maximaal 11.500 euro.

Deelname aan de regeling is mogelijk wanneer een ondernemer gaat exporteren naar een land waar hij nog niet of slechts in beperkte mate actief is. Samen met een adviseur internationale handel van de Kamer van Koophandel, Syntens of één van de deelnemende ondernemersorganisaties wordt een internationaliseringsplan opgesteld. Dit plan is de kern van de regeling. De kosten van het advies en de begeleiding van de adviseur internationale handel bij het opstellen en uitvoeren van het plan komen voor rekening van de EVD (een agentschap van Economische Zaken). Het plan wordt beoordeeld door de EVD. Binnen het internationaliseringsplan zijn de volgende activiteiten subsidiabel: marktverkenning, partnerselectieprogramma, internationale beurzen, presentatiemateriaal, relevante opleidingen, juridisch advies, internationale octrooien, merk- of modelregistraties en het tijdelijk inhuren van één of meer interim-managers met ervaring op het gebied van internationaal ondernemen.



Wilko Pels is directeur van Pels Proces Advies, specialist in projectrealisatie, technische en bestuurlijke innovatie en financiering & subsidies.

www.ppa.nl

Michel Simons is directeur van Vectrix, specialist in subsidies, kredieten en risicokapitaal.

www.vectrix.nl


Marion van der Heden is plaatsvervangend directeur van TechnoPartner, een uitvoeringsorganisatie die zich bezighoudt met technostarters en de kapitaalmarkt.

www.technopartner.nl

Geen opmerkingen: